Een tikfout? Nee, je leest het goed: Modellen van W, bedoeld om meer wetenschappelijk inzicht in onze omgevingscommunicatie te integreren. Modellen van wetenschappers, dus. Onder de noemer Modellen van W zetten onze juniors hun academische kennis om in de praktijk. Ze werken een toolkit uit, leunend op de bestaande werkmodellen van Connect. In de toolkit lichten de Connecters hun favoriete (wetenschappelijke) communicatiemodellen toe en maken ze een koppeling naar de praktijk. Kortom: denken én doen.

Inclusief communiceren kan je leren

Wil je ook graag betrokkenheid tonen met je doelgroep(en)? Maar loop je verloren in onze samenleving die steeds gevarieerder wordt? Hoe we taal gebruiken is belangrijk en heeft een impact op mens en maatschappij. En een one-size-fits-all aanpak voor inclusieve communicatie werkt niet. Je moet rekening houden met veel doelgroepen, werkelijk met iedereen in de samenleving. Toets daarom met het stroomschema welke communicatiestrategie het beste past bij jouw boodschap en doelpubliek om zo inclusiever te communiceren.

Stap 1: het doel van je boodschap bepalen

Denk eerst na over je boodschap. Wat houdt die precies in? En wat wil je ermee bereiken?  

  • Een beslissing of uitgestippeld beleid bekendmaken: je boodschap staat al vast en je maakt het nu aan de wijde wereld bekend. 
  • Wil je een stap verder gaan en moet je doelpubliek ook iets met de informatie doen? Dan ga je beïnvloeden

Stap 2: de fase van je boodschap bepalen

Je boodschap of beleid staat niet plots op papier. Daar gaat tijd over. Hou daarom rekening met de fase waarin je boodschap of beleid zich bevindt. 

  • Zit je in de ontwikkelingsfase? Dan is er ruimte om je boodschap of beleid aan te passen. Je verkent én herkent het probleem en ontwikkelt hier een beleid rond. 
  • Is je beleid wel al afgerond? Dan heb je een duidelijk afgelijnde boodschap. Er is geen ruimte meer voor verandering. 

Stap 3: de fase van het doelpubliek bepalen

Voordat je je boodschap op je doelpubliek afvuurt, moet je weten waar jouw doelpubliek staat en hoe groot hun connectie met je boodschap of het onderwerp is. 

  • Er is al interesse bij je publiek, maar nog niet veel kennis of bewustzijn over het onderwerp. Is je doelpubliek volledig onwetend? Dan horen zij ook in deze groep thuis. Misschien kan je wel interesse opwekken en bewustzijn aanwakkeren. 
  • Er is al bewustzijn over het onderwerp, het probleem of zelfs het doel dat jij met je organisatie voor ogen stelt. Je publiek is informatiebehoeftig, waardoor je hen makkelijker bereikt. 
  • In een ideaal scenario is je publiek al actief bezig met het onderwerp. Zij zijn zich bewust van het probleem en/of doel en zetten zich daar al voor in. 

Stap 4: kies je communicatiestrategie

Door het beantwoorden van de vragen uit de vorige stappen en het volgen van het stroomschema, kom je uit bij de meest geschikte communicatiestrategie. Dit geeft ook aan of je best voor gecontroleerd eenrichtingsverkeer of tweerichtingsverkeer kiest. 

  • Informeren (eenrichtingsverkeer): je zendt een boodschap met als doel iets bekend te maken. Je informeert je publiek en probeert mensen aan het denken te zetten, maar verwacht geen interactie. De nadruk ligt op het zenden en je focust op wie je met jouw boodschap wil bereiken. 

     Bv. je boodschap verspreiden via de kanalen en media die jouw doelgroep gebruikt.  

  • Overtuigen (eenrichtingsverkeer): een stap verder, je licht op een overtuigende manier in. Je wil beïnvloeden en de kennis, attitude of misschien zelfs het gedrag van je doelgroep sturen. De nadruk ligt op het bereiken én bewerken van je doelgroep. Ook hier verwacht je geen interactie.  

     Bv. cijfermateriaal gebruiken om de negatieve gevolgen van discriminatie duidelijk te maken.  

  • Dialoog (tweerichtingsverkeer): je kiest nu voor interactie met het doelpubliek en neemt een brugfunctie aan. Je bent bereid om de standpunten van stakeholders te leren kennen, om zo meningen in kaart te brengen en daarop verder te werken. De nadruk verandert naar het gesprek en de focus komt op het verzamelen van oplossingen te liggen. 

    Bv. een kleinschalige brainstorm organiseren met je doelgroep.  

  • Vormen (tweerichtingsverkeer): je stemt af met je publiek, dus weer een stap verder. Naast het gesprek voeren, stem je je boodschap en beleid echt af op de input die je ophaalt en leer je omgaan met tegenstrijdige opinies van stakeholders. De focus ligt op het zoeken naar een gemeenschappelijk belang. 

    Bv. een participatiemoment organiseren. 

Hoe inclusief is jouw omgevingscommunicatie? Doe de inclusiviteitsbingo!

Hoe ver sta jij al op vlak van inclusieve omgevingscommunicatie? Met behulp van de inclusiviteitsbingo ontdek je hoe inclusief jouw omgevingscommunicatie al is en welke communicatiestrategieën je het best kunt gebruiken. Tel hoeveel vakjes jij kan afvinken en laat je inspireren.

En nu is het aan jou

Inclusieve omgevingscommunicatie begint bij jezelf. Wil jij hier ook meer op inzetten? Download de toolkit, vul de werkbladen in en ontdek jouw ideale strategie!